1.De lidstaten dienen uiterlijk op [31 december 2023] de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen en bekend te maken om aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onmiddellijk mee.
Zij passen die bepalingen toe vanaf [1 januari 2024].
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking ervan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor die verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.De lidstaten kunnen de toepassing van de bepalingen van deze richtlijn op belastingplichtigen die op [1 januari 2024] een tegemoetkoming voor eigen vermogen op grond van de nationale wetgeving krijgen, uitstellen gedurende een periode van maximaal tien jaar maar in ieder geval niet langer dan de looptijd van het nationaalrechtelijke voordeel.
3.De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mee die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.